Classic Camera Collectors Club Informatieve website van Frank Lakiere |
ZEISS
1. Het begin
Carl Zeiss werd geboren in Weimar op 11 september 1816.
Carl liep school in Weimar en ging daarna in de leer bij Dr. Fredrick Koerner, die onderzocht welke glassoorten geschikt waren voor gebruik in telescoop objectieven.
Na deze opleiding was Carl Zeiss voor korte tijd tewerkgesteld in de Universiteit van Jena. Hier begon hij zijn studie over de theorie van lenzenbouw.
Later begon hij een rondreis van 7 jaar waarbij hij glasproducenten en makers van lenzen opzocht in Stuttgart, Darmstadt, Berlijn en Wenen. Hierbij maakte hij uitgebreide nota's in verband met het smelten, de gebruikte grondstoffen en alles wat te maken heeft met de produktie van glas, lenzen, microscopen en alle optische apparatuur.
Hierna ging hij terug naar de Universiteit van Jena om er wiskunde en scheikunde te studeren.
In 1846 begon hij in de Neugasse te Jena een werkplaats waar hij vergrootglazen en eenvoudige microscopen maakte met een 20-tal werklieden.
In 1858 begon hij de produktie van meer ingewikkelde samengestelde microscopen, waarmee hij een reputatie van uitstekende kwaliteit vestigde. In 1861 werd hem op de Generale Tentoonstelling van Thuringen een gouden medaille toegekend.
Tot dan toe werd alle produktontwikkeling in Carl Zeiss empirisch gedaan. De produktie gebeurde met de trial-and-error methode: d.w.z. dat een nieuwe lens werd ontworpen door van alles te proberen en daarna te zien of het resultaat bevredigend was. Deze manier van werken kostte veel tijd, moeite en materiaal.
Carl Zeiss was ervan overtuigd dat een wetenschappelijke aanpak hierin verandering kon brengen en dat dit ook tot een technisch beter en economisch meer rendabel resultaat zou leiden.
Hij was hiermee meer dan 5 jaar bezig, zonder enig merkbaar resultaat. Maar in 1866 kwam hij in kontakt met Ernst Abbe, lesgever aan de universiteit te Jena.
2. Samenwerking met Ernst Abbe en Frederic Otto Schott
Abbe (geboren 23 januari 1840 te Eisenach) was op 21-jarige leeftijd gegradueerd aan de Universiteit van Goettingen. In 1863 werd hij aangesteld in Jena en werd er in 1870 benoemd tot professor in de wiskunde en natuurkunde. In 1878 werd hij direkteur van de astronomische en meteorologische obeservatoria.
Abbe werd direkteur van het onderzoek bij Carl Zeiss en zo begonnen ze een wetenschappelijk onderbouwde zoektocht naar betere optische produkten.
In 1872 hadden ze eindelijk, na 6 jaar onderzoek naar nieuwe glassoorten, een samengestelde microscoop van ongeëvenaarde kwaliteit. Dit instrument is de voorloper van alle moderne microscopen zoals ze ook nu nog steeds gemaakt worden.
Een jaar later publiceerde Abbe een wetenschappelijk artikel waarin hij de uitleg verschaft over de wiskundige ontwikkeling van deze microscoop. Voor het eerst werden de abberatie, diffractie en coma in een optisch systeem zo nauwkeurig omschreven. Nog steeds is dit artikel de basis voor ons begrip van de optische wetenschap.
Als dank voor zijn inzet werd Ernst Abbe in 1876 door Carl Zeiss als partner opgenomen in zijn groeiende onderneming.
In 1879 nam Abbe een nieuwe medewerker in dienst om de kwaliteit van de microscopen nog verder te verbeteren. Frederick Otto Schott was bezig met onderzoek naar het gebruik van lithium in een nieuwe glassoort en hij schreef hierover naar Abbe.
Deze was direkt zeer geïnteresseerd. Het glas gaf uitzonderlijk goede resultaten en Abbe schreef hierover vol lof aan Schott.
Schott maakte in het vervolg zijn glas exclusief voor de nieuwe Carl Zeiss microscopen en in 1884 richtten Zeiss, Abbe en Schott een glasfabriek op. Dit werd de Schott und Genossen Glass Werke Jena.
Schott ontwikkelde meer dan 100 soorten optisch glas en daarnaast ook nog veel types decoratief en functioneel glas. Jena glas werd het beroemdste glas ter wereld.
3. De Carl Zeiss Stichting
In 1888 stierf Carl Zeiss en zijn zoon werd aandeelhouder in de maatschappij, maar deze verkocht zijn volledig belang aan Abbe. Ernst Abbe was ook een sociaal bewogen man. In 1889 hervormde hij de firma tot de Carl Zeiss Stichting waarbij de groep nieuwe eigenaars kreeg.
Het grootste deel van de aandelen werd gegeven aan de Universiteit van Jena. Maar het geheel werd geregeld volgens statuten die Ernst Abbe zelf had opgesteld met rechten en plichten. Zo was er voorzien in betaalde vakantie, betaalde ziektedagen, een achturen werkdag, invaliditeitsuitkeringen en ouderdomspensioen, maar ook verbod op discriminatie op grond van ras, politieke overtuiging, religie, leefwijze.
Deze menselijke aanpak was zeer uitzonderlijk op het eind van de 19de eeuw.
Abbe was werkelijk een genie. Hij wijdde zijn leven aan het begrijpen van het optisch systeem en aan de produktie van praktische produkten, die een grote stap vooruit betekenden voor de moderne fotografie en microscopie.
Enkele voorbeelden van zijn ontdekkingen:
- het diffractie-effect bij kleine lensopeningen
- de lens zonder sferische abberatie
- het fenomeen van de lenscoma
- lenzen met fluoriet voor correctie van chromatische abberatie
- de apo-chromatische lens
- het sub-stage condensor systeem voor microscopen
- de optische dilatometer voor meting van de thermische uitzetting van vaste stoffen
- systeem van numerieke apertuur van microscooplenzen
- gebruik van immersie-lenzen
4. Camera-lenzen
In 1890 begon de Carl Zeiss Stichting de produktie van camera-lenzen.
De PROTAR was de eerste fotografische lens ontworpen door Dr.Paul Rudolph. Deze lens was een anastigmaat en de lens gaf geen vervorming.
In 1896 ontwierp Dr. Rudolph dan de legendarische PLANAR.
Deze lens wordt nog steeds gebruikt, bijv. in de nieuwste Contax G2 en ook in de Hasselblad middenformaatcamera.
De Planar lost het probleem van sferische abberatie en astigmatisme perfect op, door de volledig symmetrische opbouw van de lens. De PLANAR is wellicht de meest gekopieerde lens-formule ter wereld.
Uitgaande van de berekeningen van Dr. Rudolph werd in 1902 dan de TESSAR gemaakt.
In de beginjaren kreeg de Tessar de bijnaam Arendsoog vanwege de buitengewone resolutie en het uitstekend contrast. De Tessar is eenvoudig van constructie: 4 elementen in 3 groepen.
De Tessar werd ook door vrijwel iedere lensproducent nagemaakt.
Tessar-type lenzen worden nog steeds geproduceerd voor dezelfde redenen als in het verleden: eenvoudige constructie, hoge resolutie, hoog contrast, weinig vervorming.
In 1905 stierf Ernst Abbe en intussen was de Carl Zeiss Stichting een industriele grootheid geworden.
In 1919 schonk Schott zijn deel van de Schott und Genossen Werke aan de Stichting.
5. Zeiss Ikon AG
In 1925 kwam Leitz met een kleinbeeldcamera -de Leica- op de markt. Het was een nieuwigheid, klein en de camera werd direct immens populair.
De Carl Zeiss Stichting reageerde door 4 kleinere camera-fabrikanten op te kopen:
Ica, Contessa-Nettel,Ernemann en Goerz.
Deze 4 werden samengevoegd tot ZEISS IKON AG.
Zeiss Ikon produceerde in deze periode wel veel verschillende fototoestellen, maar het was wachten op een concurrentieel toestel voor de Leica.
Pas in 1932 kwam Zeiss Ikon met de CONTAX.
Dit was een echte topper:
- een meetzoeker met een basis van 100mm (de grootste ooit gemaakt)
- een sluiter met 11 metalen lamellen en met een topsnelheid van 1/1000 sec
- verwisselbare lenzen met een bayonet sluiting
- keuze uit 12 lenzen van 28mm tot 500mm
- een afneembare rug voor gemakkelijke filminleg
De Contax werd gemaakt van 1932 tot 1938.
In 1936 begon de produktie van de Contax II en van de Contax III met ingebouwde lichtmeter. Deze cameras werden gemaakt tot 1945.
In deze periode werd ook begonnen met onderzoek naar een eenogige reflexcamera, gebaseerd op de Contax II. Maar door de oorlog werd dit onderzoek op een laag pitje gezet. Jammer genoeg zijn alle prototypes uit deze periode verloren gegaan.
In 1945 werden de Dresden Camera Werke vernield bij een geallieerd bombardement.
Jena werd veroverd door de troepen onder generaal Patton. Maar door het akkoord werden de Amerikanen gedwongen zich terug te trekken en kwamen kwamen Dresden en Jena onder Russische bezetting.
Maar bij de terugtrekking vluchtte een gedeelte van het personeel, samen met het volledig bestuur van de Carl Zeiss Stichting, mee met de Amerikanen. Ze werden samengebracht in de Contessa fabriek in Stuttgart. Een van de eerste beslissingen van de Raad van Bestuur was om de Carl Zeiss Stichting over te brengen van Jena naar Stuttgart. Zo werd de Carl Zeiss Stichting een volledig Westduitse onderneming.
De Russen van hun kant ontmantelden de fabrieken te Jena en voerden alle machines naar Rusland.
Dit werden de KIEV camera fabrieken, die voor de volgende jaren een lage kwaliteitskopie van de Contax en van andere Zeiss Ikon cameras maakten.
De Russische en de westerse ontwikkelingen gingen een totaal andere kant op: de Russen wilden vooral een reflexcamera ontwerpen, het Westen zag meer in de verdere ontwikkeling van de Contax meetzoekercamera.
6. Van Oostduitse Contax tot Pentacon
Carl Zeiss Dresden toonde op de Messe te Leipzig in 1949de eerste 35mm eenogige reflexcamera met een ingebouwd pentaprisma, de Contax S. De 'S' komt van Spiegelreflex, maar op de camera is de S niet aangebracht.
Een belangrijk verschil met de vooroorlogse Contax is de sluiter.
Men opteert nu voor een horizontale gordijnsluiter. Dit werd gedaan om de camera kleiner te maken.
In 1952 kwam de opvolger van de S, de Contax D.
De 'D' verwijst naar Dresden, teneinde zo een onderscheid te maken met de westerse Contax cameras.
Er waren maar weinig innovaties t.o.v. de Contax S: de flitssynchronisatie was sneller en de sluiter was ook heel wat stiller dan bij de S.
Later werden de Oostduitse Contax cameras omgedoopt tot PENTACON (PENTAprism CONtax)
7. De Westduitse Carl Zeiss produktie
Op Photokina 1950 toonde Carl Zeiss (West) zijn eerste naoorlogse camera: de Contax IIa, in 1953 gevolgd door de Contax IIIa.
De veranderingen t.o.v. de Contax II en de Contax III zijn miniem: de IIIa verschilt vooral door de gevoeliger lichtmeter.
In 1961 werd de produktie van deze cameras stopgezet en hiermee eindigde ook de produktie van de Contax meetzoekercameras.
In 1953 produceerde Carl Zeiss (West) dan uiteindelijk zijn eerste SLR: de CONTAFLEX.
De Contaflex heeft een centraalsluiter en is voorzien van een vaste lens.
Pas later werd de Contaflex voorzien van de mogelijkheid om lenzen te wisselen.
De Contaflex was de eerste SLR camera met een lichtmeting achter de lens.
In 1958 begon de produktie van een professionele camera: de CONTAREX.
Dit was een echte hoge kwaliteitscamera, maar hij was lelijk. Hij kreeg al dadelijk de bijnaam Cyclops, vanwege de selenium lichtmeter cel in het midden van het pentaprisma.
Dit is de eerste camera met gekoppelde lichtmeter, met aanwijzing door een naald zichtbaar in de zoeker. De Contarex heeft ook verwissselbare rug en de spiegel klapt direkt terug.
Toch was de Contarex geen sukses, want de Japanners waren op de markt verschenen met veel goedkopere SLR cameras, waaronder de Nikon F.
In 1960 werd een goedkopere versie van de Contarex uitgebracht: de Contarex Special. Dit was grotendeels een Contarex zonder lichtmeting.
In 1966 kwam dan de Contarex Professional. Ook deze camera had geen ingebouwde lichtmeting.
In 1967 werd de Contarex Super uitgebracht met lichtmeting achter de lens en uiteindelijk ook de Contarex SE (SE = Super Electronic). De Se had een horizontale gordijnsluiter gekoppeld aan een solenoide. Er was ook een motor voor filmtransport voorzien. En de SE kon ook via de Tele Sensor omgevormd worden tot een SLR camera met diafragmavoorkeuze.
Maar hoewel de Duitse Contax cameras kwalitief tot de absolute top behoorden was het duidelijk dat Carl Zeiss niet opkon tegen de lager geprijsde Japanse produkten. Daarom werd uitgekeken naar een partner in Japan.
8. Carl Zeiss en YASHICA
Carl Zeiss besloot uiteindelijk om enkel nog cameras te ontwerpen en deze dan te produceren in Japan.
Yashica was een producent met een enorme produktiecapaciteit. Daarbij hadden ze ervaring met een electronische meetzoekercamera: de 35 GSN.
Deze twee aspekten waren doorslaggevend en Carl Zeiss en Yashica besloten tot samenwerking. Er werd gestart met het Top Secret Project 130. Teneinde deze nieuwe camera te ontwerpen werd nog een derde partner aangetrokken: de F. Alexander Porsche groep. Deze hadden veel ondervinding in ergonomisch ontwerpen, een redelijk nieuw gegeven in die tijd.
Op Photokina 1974 werd het resultaat van deze samenwerking getoond: de CONTAX RTS (Real Time System): een volledig electronische camera met een traploze electronische sluiter tot 1/2000 sec, een winder voor 2 beelden/sec of een motor drive voor 5 beelden/sec.
Hoewel traditioneel qua constructie stond de camera aan de top qua mogelijkheden en in het gebruiksgemak was duidelijk de invloed te merken van Porsche.
Na de RTS volgde de 139Q in 1979, waarvoor speciaal een 45mm 2,8 Tessar werd ontworpen. De 139Q had eveneens flitsmeting door de lens.
De volgende Contax gemaakt door Yashica was de 137MD. Dit was de eerste camera uitgerust met een ingebouwde motordrive. Alle mechanische functies waren aangedreven door micro-motoren.
De camera was automatisch met diafragmavoorkeuze, maar kon manueel bediend worden via een AE lock.
De 137MD werd algauw gevolgd door de 137MA die volledig manueel bediend werd en waarbij de motor tot 3 beelden/sec aankon.
De RTS II van 1982 was een volledig vernieuwde camera. Uitwendig was er weinig nieuws maar binnenin was de technologie up-to-date: TTL flitsmeting, kwartsgestuurde sluitersnelheid, titanium sluiter, electronische zelfontspanner.
De Contax 159MM (MM = MultiMode) was een volledig vernieuwde 139Q: sluitersnelheid tot 1/4000 sec en flitssynchronisatie van 1/250 sec. De 159Q had 5 mogelijke bedieningen: 3 geprogrammeerd + diafragmavoorkeuze + manueel en de TTL flitssynchronisatie was standaard.
Voor de MultiMode body werden ook nieuwe MM lenzen gemaakt voor gebruik van de voorgeprogrammeerde bediening. Vroegere lenzen konden nog gebruikt worden maar dan alleen in de manuele modus.
In 1987 kwam de 167MT, een multi-mode geprogrammeerde Contax met keuze uit spotmeting of gemiddelde lichtmeting.
De RTS III was het langverwachte toestel voor professioneel gebruik: sluitersnelheid tot 1/8000 sec., TTL flitsmeting met elke installatie, pre-flits spotmeter, ingebouwde motor voor 5 beelden/sec, Real Time Vacuum back met ceramische aandrukplaat voor volledige vlakke film.
De Contax S2 werd gemaakt ter gelegenheid van 60 jaar Contax cameras. Dit was een eenvoudige camera met mechanische sluiter en diode-lichtmeter met spotmeting. Er werd ook een versie S2b gemaakt met een integrale lichtmeting.
De Contax ST was dan weer een ontwikkeling van de 167MT maar nu met de ceramische aandrukplaat, een motor van 3 beelden/sec, flitssynchronisatie van 1/200 sec en een licht in de zoeker die de informatie zichtbaar maakt in ongunstige lichtomstandigheden.
Tot nog toe heeft Carl Zeiss geen autofocus toestellen gefabriceerd. In 1982 toonden ze een prototype op Photokina, maar Carl Zeiss ging hier niet verder op in. AF lenzen moeten immers zo licht mogelijk zijn en bij Carl Zeiss weigeren ze om plastic te gebruiken om redenen van kwaliteit.
Het getoonde prototype kwam met lichte wjzigingen uiteindelijk toch op de markt als de Minolta Dynax 7000 (in de USA: Maxxum 7000)
Toch werd in 1993 een Contax geproduceerd die de manuele Zeiss-lenzen combineert met een digitale focus hulp. Dit werd de Contax RX.
De focus hulp is een grafische display in de zoeker. Het systeem duidt niet alleen het focuspunt aan, maar ook de dieptescherpte wordt aangegeven. Deze camera is ook uitgerust met een systeem dat aan de gebruiker de mogelijkheid biedt om gebruiksfuncties aan te passen.
9. De Contax G1
Voor het eerst sedert 1961 werd een volledig nieuwe Contax meetzoekercamera MET AUTOFOCUS geproduceerd in 1994.
Dit is de CONTAX G1.
Aan de G1 werden nog wat verbeteringen aangebracht en dit leidde in 1999 tot de G2.