Classic Camera Collectors Club Informatieve website van Frank Lakiere |
ROLLEI
1. Franke en Heidecke's Rolleiflex middenformaat fototoestellen
1. 1. De allereerste Rolleiflex (1928)
In 1928 werd de eerste Rolleiflex voor 6x6 negatieven werd ontworpen door Reinhold Heidecke (1881-1960), mede-eigenaar van de firma Franke en Heidecke uit Brunswick (Duitsland). Zijn partnner was Paul Franke (1888-1950), eigenaar van een fotowinkel in Berlijn. De firma had al grote bekendheid verworven met zijn stereotoestellen: de Heidoscop en de Rolleidoscop. De naam ROLLEI is een samenvoeging van de termen 'roll film' en 'Heidecke'
De Rolleiflex was van bij de start een groot sukses: binnen een paar weken werden meer cameras verkocht dan de totale jaarproduktie en moest men noodgedwongen de promotie beperken.
Maar Heidecke is niet de uitvinder van de twee-ogige reflexcamera (meestal TLR camera genoemd, naar de engelse benaming : 'Twin Lens Reflex'). Dit concept werd al veel gebruikt in groot formaat cameras. Maar het ontwerp dat Heidecke patenteerde was veel compacter dan de bestaande modellen.
Heidecke gebruikte de ruimte optimaal: zo plaatste hij de filmrollen in wat bij andere ontwerpen 'verloren' lege ruimte was en hij plaatste de reflecterende spiegel lager zodat de twee lenzen dichter bij elkaar konden geplaatst worden. Op deze wijze werd de parallax tussen de twee lenzen minimaal.
In de loop der jaren werd het ontwerp natuurlijk nog op veel manieren verbeterd en werd er een oplossing gevoden om de overblijvende parallax te compenseren in het zoekergedeelte.
In 1937 werd op de wereldtentoonstelling in Parijs de Rolleiflex Automat voorgesteld. Deze camera had een voorziening voor automatisch laden en transporteren van de film.
Er werd ook een goedkopere versie uitgebracht: de ROLLEICORD met een goedkopere lens en sluiter en minder technische snufjes. De Rolleicord was dan ook meer bestemd voor de amateur-fotograaf.
Na de tweede wereldoorlog werd de Rolleiflex 2,8 A op de markt gebracht. Dit type had een lens met opening 2,8. Dit type werd vooral in de Verenigde staten verkocht en minder in Europa, waar de hoge prijs de verkoop in de weg stond.
Later kwam er nog het 'E' model met de ongekoppelde selenium lichtmeter en uiteindelijk het 'F' model met de gekppoelde seleium lichtmeter. Dit type werd uiteindelijk tot in de jaren 80 gemaakt, tot de rollei-Werke Franke en Heidecke bankroet gingen.
Maar de firma werd heropgericht als Rollei Fototechnic en had verschillende eigenaars tot uiteindelijk na een management buy-out de stafmedewerkers het bedrijf overkochten.
De Rolleiflex TLR wordt nog steeds gemaakt. Het laatste model is de 2,8 GX, uitgerust met moderne TTL lichtmeting. In het laatste model is de Synchro Compur sluiter vervangen door een evenwaardige sluiter van Japanse makelij. Blijkbaar is het volledig mechanish sluitermechanisme een zeer duur onderdeel van de camera.
Mijn Rolleiflex MX-EVS (1954) met zicht op het mechanisme
Dit was het eerste model met het EVS systeem: het sluiter- en diafragmawieltje kunnen gekoppeld worden, zodat bij het veranderen van snelheid of van diafragma de belichting toch juist blijft. Na de koppeling kan je de snelheid of diafragma wel veranderen, maar dan wordt de snelheid resp. het diafragma aangepast.
Bv. instelling is f/11 en 1/60 sec. Verander je de snelheid naar 1/30 dan wordt f/16 ingesteld.
1.2. Andere TLR cameras van Rollei.
1.2.1. De Rollei Baby
Dit is een gelijkaardige camera als de gewone Rolleiflex maar voor negatiefformaat 4x4 cm.
Er bestaan 3 types: een van voor WOII en twee van erna. De meest voorkomende is de grijze uitvoering. Er werden veel minder zwarte exemplaren geproduceerd.
De voornaamste reden voor het produceren van een 4x4 TLR was dat hiermee 4x4 diapositieven konden gemaakt worden. Deze negatieven konden dan gemonteerd worden in standaard diaraampjes, zodat een diaprojector voor kleinbeeldnegatieven deze 4x4 dia's kan schijnen.
Voor 6x6 dia's is een speciale (en zeer dure!) 6x6 projector vereist.
1.2.2. De Rollei Wide en de Tele-Rolleiflex
In de jaren 50 werden veel kleinbeeldcameras uitgerust met verwisselbare lenzen. De toepassing van verwisselbare lenzen voor de Rolleiflex werd overwogen maar uiteindelijk niet uitgevoerd. Wel werden er van het model 'E' twee speciale modellen gemaakt: de Wide-Angle Rolleiflex met een 55 mm Distagon lens en de Tele-Rolleiflew met een 135 mm Sonnar. Van de rollei Wide werden er 4000 exemplaren geproduceerd en van de Tele-Rollei 8000. Uiteindelijk werd de produktie van deze types gestaakt en werd besloten om een nieuwe camera te ontwikkelen. Dit werd de Rolleiflex SLR (SLR = Single Lens Reflex)
2. De Rolleiflex SL66
In 1966 introduceerde Rollei de SL66 om de concurrentie aan te gaan met de Hasselblad.
De SL66 is evenals de Hasselblad 500C een volledig mechanische camera. Ondanks de grotere mogelijkheden van de SL66, zoals grote balguittrek voor dichtbij opnamen en Scheimpflug instelling, kon de voorsprong die de Hasselblad 500C had bereikt niet meer ingelopen worden.
Uiteindelijk werd in de jaren 70 met de Rolleiflex SLX de elektronica geïntroduceerd in middenformaat fotografie. De SLX werd verder ontwikkeld tot het huidige ROLLEI 6000 SYSTEEM.
Alle camerafunkties worden nu electronisch gecontroleerd: de sluiter, het diafragma, de belichting.
Zo is de 6008i wellicht de meest gesofisticeerde middenformaat camera op de markt.
3. Lenzen
Alle Rolleifex cameras hebben lenzen van hoge kwaliteit.
De lenzen zijn ontwikkeld en geproduceerd door Carl Zeiss Jena (later: Carl Zeiss Oberkochen) of door Joseph Schneider van Bad Kreuznach.
Lensbouw van respectievelijk: triotar, tessar/xenar, planar en xenotar.
Sinds 1971 heeft Rollei de mogelijkheid om onder licentie Carl Zeiss lenzen te produceren. Dit was het resultaat van de overname door Rollei van de Voigtländer Optical Works, een onderdeel van Zeiss-Ikon Voigtländer. De door Rollei gemaakte lenzen hebben dezelfde naam (bv. Planar) maar dragen de vermelding Rollei HFT. HFT= 'High Fidelity Transfer' en duidt aan dat hierbij de Rollei multi-coating is gebruikt. Deze Multi-Coating werd samen met Carl Zeiss ontwikkeld.
Sommige lenzen voor de 6000 worden door Carl Zeiss Oberkochen geproduceerd. Deze worden gemerkt met Carl Zeiss HFT. Naast deze Zeiss lenzen is er een reeks lenzen met grote opening, die geproduceerd worden door de Joseph Schneider Optical Works in Kreuznach.
3. Kleinbeeldtoestellen
3.1. De Rollei 35
Op Photokina 1966 werd de Rollei 35 kleinbeeldcamera gelanceerd. Toentertijd was dit het meest compacte 35mm filmtoestel. Het is nog steeds het kleinste toestel voor 24x36mm fotografie met een volledig metalen behuizing. De Rollei 35 is een ontwerp van Mr. Waaske, die dit ontwerp ontwikkeld had toen hij voor een andere firma werkte. Maar toen die firma zijn aktiviteiten stopte kon Waaske bij Rollei aan de slag en toen hij er zijn prototype demonstreerde werd zijn ontwerp direkt in produktie genomen.
Er zijn verschillende modellen van uitgebracht met triotar, tessar, xenar en sonnar lenzen. Als laatste in de reeks kwam in 1990 werd de speciale serie Rollei 35 Classic (sonnar 40mm f2.8 lens in Rollei Compur sluiter), maar met een prijskaartje van 1500 euros is het meer een verzamelobject dan een gebruikscamera.
3.2. De Rolleiflex SL35
Deze eenogige reflexcamera wordt op de markt gebracht in 1970, teneinde in te spelen op de grote vraag naar dit type toestellen. Tot dan toe werd de markt gedomineerd door de Japanse merken (Canon, Minolta, Nikon, Pentax).
De eerste Rollei SL35 toestellen werden in Duitsland gemaakt, maar later werd de produktie overgebracht naar Singapore teneinde de kosten te verlagen.
Het camerahuis was uitgevoerd in gegoten metaallegering.
Als afwerking werd de SL35 bekleed met echt leder en de topplaat en basis zijn verchroomd.
Er zijn ook volledig zwart gelakte uitvoeringen.
De SL35 was standaard uitgerust met een Zeiss Planar 50mm f/1.8 lens.
Bij de Rollei Singapore SL35 versie is dit een Schneider SL-Xenon 50mm f/1.8 lens.
Rollei ontwierp hiervoor ook zijn eigen bayonetsluiting, de QBM = Quick Bayonet Mount. Deze Rollei bayonet wordt ook gebruikt bij de Voigtländer VSL cameras.
De sluiter heeft sluitertijden van 1 sec tot 1/1000 sec, alsook B en T.
De camera heeft een lichtmeter (naaldaanwijzer type) op basis van een cadmiumdisulfide meetcel.
De filmgevoeligheid kan aangepast worden van 12 tot 6400 ASA.
Er is eveneens een zelfontspanner voorzien.
De Rollei SL35 werd niet echt een commercieel sukses. De gebruikte technologie was helemaal niet vernieuwend en de voorsprong van de Japanse merken was te groot. Toch bleef de SL35 nog in produktie en werden er regelmatig verbeterde versies gemaakt, vooral wat betreft de belichtingscontrole.
Zo is bij de Rollei SL35 de lichtmeting nog met gesloten diafragma.
De lichtmeting met open diafragma komt er pas met de SL350 in 1974. Dit is 6 jaar na de Leicaflex SL !!
In 1976 wordt de SL35M gelanceerd. Maar buiten veranderingen aan het camerahuis biedt dit toestel weinig technische verbeteringen.
De SL35ME wordt tegelijkertijd op de markt gebracht. Dit is eigenlijk een SL35M met electronische sluiter. In 1978 komt de SL35E met al de functies van de ME maar in een lichtere uitvoering.
Maar in 1976 had CANON een volledig nieuwe automatische SLR met automatische belichtingsregeling met diafragmavoorkeuze, uitstekende lenzen, gedurfd design, handig en zeer scherp geprijsd op de markt gebracht: de CANON AE-1.
3.3. De SL-2000
Met hun verouderde modellen kon Rollei de concurrentie niet aangaan.
Daarom werd een poging ondernomen om de markt van een totaal nieuw concept te veroveren. Dit topmodel, de Rollei SL-2000, zag eruit als een automatische kleinbeeld Hasselblad.
Maar het toestel bleef te lang in de ontwikkelingsfase.
De SL-2000 werd in 1976 als prototype getoond op Photokina en werd pas vanaf 1981 in kleine aantallen geproduceerd.
De Rollei 2000 is een heel aparte systeemcamera want hij heeft
- een verwisselbare achterwand
- een verwisselbare zoeker (lichtschachtzoeker / doorkijkzoeker)
- een verwisselbaar scherpstelglas
- gemotoriseerd doorspoelen van de film
- AE automatische belichtingsregeling.
Het aanbod van Zeiss lenzen varieerde van de 15mm f/3.5 Distagon tot de 1000mm f/5.6 Mirotar.
Daarnaast werd ook een reeks goedkopere Rolleinar lenzen uitgebracht. De Rolleinars lenzen werden voor Rollei gemaakt door Mamiya.
In 1985 werd er een licht gewijzigde versie, de SL 3003, gelanceerd, gevolgd door een lichtere versie, de SL 3001.
Mede door het prijskaartje van de camera en van alle accessoires werd dit Rollei 2000/3003 systeem niet echt populair.
Zo kostte een filmrug voor 250 opnamen in 1985 de prinselijke som van 4.000 dollars!