Classic Camera Collectors Club
Informatieve website van Frank Lakiere

La Réunion (2007) en de vulkaan Piton de la Fournaise

Klik hier voor foto's van deze trekking .




La Réunion is een Frans departement (DOM = département Outre-mer) en het is maar een klein stipje in de Indische Oceaan, waar de meest nabije buren het eiland Madagascar en het bij toeristen beter bekende eiland Mauritius (L'Ile Maurice) zijn.
Eigenlijk is het eilandje de top van een oude uitgedoofde vulkaan, de Piton des Neiges, die drieduizend meter boven de zeespiegel uitsteekt. Daarnaast is er ook nog een aktieve vulkaan, de Piton de la Fournaise (2631 m). Dit is een van de meest aktieve vulkanen van de wereld, met om de 2 tot 3 jaar een uitbarsting. Aangezien dit een vulkaan van het Hawaï-type is met uitstromende vloeibare lava zijn de uitbarstingen meestal wel spectaculair maar niet zeer destructief. De Piton de la Fournaise wordt in La Réunion gemeenzaam 'le Volcan' genoemd.

DAG 1 (zaterdag 6 sept 2007): Antwerpen - Saint Denis

Er vliegen niet erg veel maatschappijen naar La Réunion en dan nog enkel vanaf Franse luchthavens. Lang vooraf boeken is aangewezen. Wij hebben een vlucht met Air France (ongeveer 900 EUR/pers) met hierin inbegrepen een ticket voor de TGV Brussel-Aeroport Charles de Gaulle.
Om 8 uur vertrekken we met de taxi naar het station van Antwerpen en vandaar met de trein naar Brussel, waar we om 10.25 uur de TGV naar Parijs-CDG nemen. Van CDG nog met de bus van Air France naar Orly, dus 1 uur op de périferique en eindelijk kunnen we inchecken. Daarna moeten we wel nog enkele uurtjes rondlummelen op Orly.
De Boeing 737 vertrekt stipt voor een vlucht van 11 uur. We hebben een grote meevaller: het vliegtuig is maar voor eenderde volgeboekt en zo kan iedereen wel een plaatsje vinden om te slapen.

In de tijdzone van La Réunion is het 2 uur vroeger dan in West-Europa en zo komen we daar aan rond 5.20 uur plaatselijke tijd. Nadat we onze rugzakken van de bagageband hebben geplukt gaan we de luchthaven Roland-Garros uit en met een taxi naar Saint Denis, Rue des Sables, waar we om 06.30 aankomen bij het Pension des Sables.
Natuurlijk slaapt iedereen er nog en wij kunnen dus niet veel anders doen dan iets verderop naar het strand trekken en de zonsopgang boven de Indische Oceaan bewonderen, moe maar gelukkig dat we er eindelijk zijn.


Wanneer het eiland ontwaakt kunnen we op onze kamer in het door Lonely Planet aanbevolen pensionnetje. Deze keer hebben ze het toch goed mis! Het is wel redelijk goedkoop (20 EUR) maar je krijgt ook weinig : een kamer met alleen maar een bed. Verder geen meubilair, blinde muren met een enekel raam dat uitgeeft op de gang en als hij thuis is veel luide muziek van de uitbater. Zeker af te raden!

Teneinde een mogelijke jet-lag te vermijden, doen we eerst een stevig dutje tot rond 10 uur.
Het is ons opzet om het eiland in 2 weken te doorkruisen. We hebben wel een tentje, slaapzak en luchtmatras bij maar het lijkt ons toch aangewezen om enkele keren in een gîte te slapen. Wij dus op zoek naar de toeristische dienst in de Rue Pasteur voor meer informatie. Meteen komen we er te weten dat we voor reservatie van gîtes best naar het Maison de la Montagne kunnen gaan. Dus op naar de Place Garriga, waar we juist aankomen als ze de boel sluiten. Het Maison de la Montagne is in het weekend gesloten vanaf zaterdagmiddag!
Wij dus terug naar de toeristische dienst waar ze via internet alsnog onze reserveringen kunnen uitvoeren. Dat is wel vlugger gezegd dan gedaan, maar uiteindelijk hebben we na meer dan een uur toch onze reservering voor enkele gîtes in orde.

De rest van de middag lopen we wat door de winkelstraten en nemen een kijkje op de Petit Marché, een kleurrijke markt met vooral groenten, fruit, bloemen en inheemse prullaria.
Natuurlijk gaan we ook de plaatselijke horeca verkennen. We drinken er een soort pils van de brouwerij Bourbon met op het etiket een afbeelding van de dodo. Je vraagt dan in een café ook gewoonweg "un dodo".
Eigenlijk is de gelijkenis van La Réunion met bvb. Zuid-Frankrijk meer opvallend dan de verschillen. Dat komt natuurlijk deels doordat de taal en kultuur Frans is en de godsdienst voornamelijk katholiek, al zie je ook wat moslims en hindoes. Ook de kleding is bijna uitsluitend westers. Daarbij zijn de auto's meestal zeer recente modellen van alle Europese, Japanse en Amerikaanse merken. Je hebt dus in Saint Denis totaal geen kultuurschok, zoals bvb. wel in Kathmandu.
's Avonds nog lekker uitgebreid eten in restaurant les Jardins du Maroc en we zijn klaar voor de tocht...





DAG 2 (zondag 7 sept 2007): Saint Denis - Mamode Camp (1200m)

Zondagmorgen 9 uur en Saint Denis is nog helemaal niet wakker. Gelukkig is de bakker om de hoek dat wel. Vlug eten we een croissant en nemen een stokbrood en wat kaas mee voor onderweg. En nu begint het zware werk!

Via de Rue de Paris, de hoofdstraat van Saint Denis, stappen we naar de Jardin de l'Etat waar we op een terrasje nog even pauzeren en een koffie drinken. Vandaar gaat het verder naar la Providence waar we de beschaafde wereld verlaten.
We volgen de wegwijzer naar het Office National des Forêts en slaan de weg in naar le Brûlé. Het pad is goed aangegeven en het loopt voortdurend omhoog door de bossen. De zon brandt in onze rug. Volgens het boekje moeten we na 6 km (volgens hen 2 uur stappen) le Brûlé bereiken en is er daar een winkel en een restaurant. Maar we leren al gauw dat wij de in het boekje aangegeven tijden ruimschoots overschrijden.


Het is goede 3 uur stappen + 1 uur middagpauze voor we in Le Brûlé aankomen. Op het kerkplein is de plaatselijke jeugd samengekomen om pétanque te spelen.
Er is wel een winkel, maar die is gesloten. Verder geen spoor van een restaurant of herberg.
Bij navraag blijken de winkel, het restaurant en het café in hetzelfde pand te huizen. En 's zondags is alles gesloten!
Dat betekent dus dat een biertje drinken niet doorgaat. Erger nog: er is geen warm avondeten en voor morgen geen brood, kaas of fruit! Het enige wat we kunnen krijgen is drinkwater aan het kraantje op het kerkplein. Dat is dan wel gratis.

Na een rustpauze gaan we dan maar verder op zoek naar een plaatsje om onze tent op te slaan. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De GR2 volgt hier een asfaltweg en hiernaast kamperen lijkt ons maar niets. Uiteindelijk bereiken we Mamode Camp tegen 18.00 uur. Daar zijn er veel aangelegde picnicplaatsen in de bossen. We vinden iets van de weg af een geschikte plek en slaan er ons tentje op. Het avondeten bestaat uit water en droge biscuits. Ondertussen is het bewolkt en het begint nog te regenen ook. Rond 19.00 uur is het al goed donker en we kruipen dan maar in onze slaapzak. We hebben vandaag in totaal 7 uur gewandeld en 1200 meter geklommen. We zijn moe en vragen ons af hoe het morgen zal zijn.




DAG 3 (maandag 8 sept 2007): Mamode Camp (1200 m) - Plaine des Chicots (1830 m)

We slapen helemaal niet goed. De hele nacht heeft het zonder ophouden geregend maar het stopt bij zonsopgang. Ons ontbijt bestaat uit wat brood en droge worst, plus enkele biscuits en water. We pakken alles in en volgen verder de GR R2.
Vanaf Mamode Camp gaat de weg weer door de bossen. Na de overvloedige regen van vannacht druppen de bomen nog na en overal is het pad glibberig. Er is ook nergens een plaatsje voorzien om even te rusten. En het wordt nog erger als het weer begint te regenen. We glijden verschillende malen uit maar zonder erg. Alleen worden onze kleren wel modderig en hebben we het koud.
Tegen 11 uur komen we bij de gîte van Plaine des Chicots aan. Een gîte de montagne heeft een reglement zoals een jeugdherberg. Volgens de regels moet iedereen de gîte verlaten hebben om 10 uur en gaat de gîte weer open om 15 uur. De gardien in Plaine des Chicots houdt zich strikt aan deze regel. Wanneer we daar aankomen mogen we dus niet binnen. We schuilen dan maar onder een afdak en zoeken dicht bij elkaar wat warmte. We hadden ons het weer op een tropisch eiland wel anders voorgesteld!
Ons middagmaal bestaat nog maar eens uit biscuits, muesli repen en water.
Iets voor 15 uur mogen we dan eindelijk toch de gîte binnen en kunnen we een warme douche nemen. Nu stopt het met regenen. De zon komt er nog door en we kunnen nog enkele uurtjes van haar warmte genieten. In de omtrek bewonderen we de vele baardmossen (Barbe de Saint Antoine) in de bomen.
Uiteindelijk komen er nog 2 Fransen, 2 Zwitsers en een Italiaan opdagen. Om halfzeven is er het avondmaal: eerst een punch met rhum, dan soep en dan carry met kip. Dit is een soort standaardmenu in alle gîtes, al krijg je meestal ook wijn. We praten nog wat na en gaan allemaal vroeg slapen.






DAG 4 (dinsdag 9 sept 2007): Plaine des Chicots (1830 m) - Dos d'Ane (930 m)

Vannacht heeft het weer flink geregend maar om halfzeven is de zon present. Na het ontbijt (een pakje beschuitjes, jam en heel veel koffie) gaan we op stap. Het pad loopt eerst door bossen met veel baardmossen op de bomen en naast maar ook over de weg enorme spinnewebben met heel grote spinnen!
Er weer veel glibberige plaatsen in het bos...
Rond 10 uur stoppen we om wat te eten en te rusten op een open plaats in de zon. Maar dan komt langzaamaan de mist opzetten. Maar vandaag heeft dit zo zijn voordelen. Het pad loopt op een steile heuvelkam met enkele honderden meters dieper rechts de Plaine d'Affouches en links de Cirque de Mafate. En soms is de kam echt heel smal. Met mijn hoogtevrees zou ik mij normaal uiterst ongemakkelijk voelen, maar door de mist zie ik de afgrond niet en dus komen we hier zonder problemen voorbij.

Later op de dag trekt de mist op en na nog een paar heuvelkammen zien we ver beneden ons Dos d'Ane. Dat wordt nog een lange steile afdaling. In Dos d'Ane komen we langs een hotel-restaurant Le Pilon d'Or waar we stoppen voor een dodo. De patron is een joviale kerel. Met de ervaring van gisteren nog in gedachte besluiten we niet naar de gîte te trekken maar hier te logeren. Het kost ons enkele euros meer, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de luxe van een eigen tweepersoonskamer met bad en toilet. Het wordt helemaal goed als de patron ons na onze middagwandeling op een dodo trakteert. En dan komt zijn vrouw ook nog verrassen met een schaaltje gefrituurde samoussas. Dit zijn een soort kleine loempia's. Lekker!
Het avondeten is de traditionele carry, nu met eend, bonensoep, rijst, sla en een dodo.





DAG 5 (woensdag 10 sept 2007): Dos d'Ane (930 m) - Aurère (910 m)

We slapen alletwee nogal onrustig en zijn om 7 uur al op voor een ontbijt (deze keer geen beschuiten maar echt brood) en om halfacht nemen we afscheid van dit gezellig hotel. De patron wijst ons nog een kortere binnenweg naar de GR R2 en daar gaan we weer. Even voorbij de kerk wordt de weg aangegeven met een bord vol verwittigingen: er wordt gewezen op allerhande gevaren zoals smalle en glibberige paden, gevaar voor duizeligheid, gedeelten met ladders,... Ik ben er niet gerust op!
Maar we zijn er en we moeten erdoor. Het pad daalt eerst sterk en het is dikwijls meer klauteren dan wandelen. Op ons eigen gezapig tempo gaan we ongeveer half zo snel als aangegeven in het boekje. Gelukkig lopen we aan de schaduwkant want de zon is nu volop aan het schijnen en we hebben het met al dat klauteren zo al warm genoeg.
Er zijn onderweg inderdaad heel wat smalle richels waar een ijzerdraad in de rotswand de enige beveiliging biedt. Op enkele plaatsen is er ook aan de kant van de ravijn een staaldraad gespannen. En er is ook een ladder van een tiental treden. Maar dit zijn allemaal niet echt onoverkomelijke obstakels.

's Middags nemen we een lange pauze om wat te rusten en te eten. Rond 13 uur komen we bij les Deux Bras.
Dit is een oversteek aan de Rivière des Galets. De weg is nu breder en licht stijgend, maar naarmate we vorderen wordt het wel steiler en steiler. Ondertussen lopen we nu ook volop met de zon in de rug en rond halftwee besluiten we aan de kant van de weg onder een boom te wachten op de komst van de wolken.
Ondertussen gebruiken we de agaves als droogrek voor onze sokken.
Als de hoge bewolking de zon wat afschermt gaan we weer verder. Op het laatst moeten we nog even dalen tot bij een riviertje en dan komt er nog een zeer steile klim. Na een korte rust stappen we nog nog een halfuurtje tot Aurère, waar we in de plaatselijke winkel van een welverdiende dodo genieten en wat voorraad inslaan.

Er zijn verschillende gîtes in Aurère maar alleen de Gîte Libelle François is open. Wij krijgen daar gezelschap van het Frans koppel dat we al in Plaine des Chicots hadden ontmoet. Zij zijn via la Roche Ecrite tot hier gekomen. We willen eigenlijk wel graag elk apart een kamer hebben en we vinden er het volgende op. Nathalie zal de patron van de gîte vertellen dat we elkaar al eerder ontmoet hebben in Plaine des Chicots. Dan zal ze erover klagen dat zij door mijn gesnurk de hele nacht wakker werd gehouden. En het lukt. Elk koppel krijgt een apart slaapzaaltje ter beschikking. Voor de rest is de patron ook heel vriendelijk. Als avondeten is er eerst heel veel punch en dan een lekkere carry met eend en een fles wijn. En daarna nog gebak.





DAG 6 (donderdag 11 sept 2007): Aurère



Het weer is schitterend maar na de klauterpartij van gisteren zijn we allebei zo stijf als een plank. We besluiten dan maar om een extra rustdag in te lassen. De gîte zelf is O.K. en het eten is er zeer goed. Daarbij is er dichtbij een winkel met de mogelijkheid om een dodo te drinken op een terrasje.
's Middags wandelen we langs het 'sentier panoramique' waar we inderdaad een mooi uitzicht hebben op de Cirque de Mafate. We telefoneren nog naar de gîtes waar we de 2 volgende dagen een reservatie hebben om te melden dat we een dag later zulen aankomen. Aangezien er nu weinig toeristen zijn is dat geen enkel probleem.
Vanavond zijn wij hier de enige gasten en het menu is weeral punch, carry met kip, wijn en gebak.

's Nachts staat de maan veel hoger aan de hemel dan in België. En bij volle maan is er hier zoveel licht als bij ons met de straatverlichting aan. Het is echt zeer ongewoon!
Ook volgt de zon hier op het zuidelijk halfrond een andere koers. Zoals bij ons komt ze ook op in het Oosten en gaat onder in het Westen maar ze staat 's middags op haar hoogste punt in het Noorden.













DAG 7 (vrijdag 12 sept 2007): Aurère (910 m) - Ilet à Bourses (890 m)

Vannacht heeft het zachtjes geregend, meer een soort mist van kleine regendruppels, maar vanmorgen schijnt de zon. Eerst hebben we een korte gemakkelijke wandeling naar Ilet à Malheur. In de bergen zijn er heel wat plaatsjes met de naam Ilet. Dat betekent eigenlijk 'klein eiland' en het duidt erop dat deze plaatsen afgezonderd en moeilijk bereikbaar zijn. Ook nu zijn de moeilijke bergpaadjes de enige wegen in dit gebied. Alle handelsverkeer wordt door helicopters verzorgd. Dit zijn op La Réunion de vrachtwagens voor het binnenland.
Ilet à Malheur is maar een drie kwartier stappen van Aurère en het is opvallend proper. In de winkel kopen we enkele gekoelde blikjes frisdrank en na een korte pauze beginnen we de lange afdaling naar de rivier. Gelukkig lopen we aan de schaduwkant want in de zon is het weer snikheet. Bij de rivier is er een bruggetje met een gevaarteken dat er maar één persoon per keer over mag lopen. Hierna moeten we de zeer steile ravijn weer omhoog, maar nu in de zon.
Het is echt op een smalle richel zig-zag tegen de wand omhoog klimmen. Op veel plaatsen is er voor de veiligheid weer een staaldraad in de wand vastgemaakt. Het is zwoegen en zweten!
Na anderhalf uur komen we eindelijk boven en kunnen wat uitrusten in het bos. De Piton Cabris is de hoogste top (1450 m) en hij beheerst het gehele dal. Een kwartiertje later komen we aan de gîte waar we direkt onze tweepersoonskamer binnen mogen. We nemen een lekkere, maar redelijk koude, douche. Later ontdekken we dat dit soort douches warm water levert als je de knop een tijdje diep ingedrukt houdt. Naast de gîte is er gelukkig nog een kleine bar met gekoelde dodo. Die laten we ons smaken...
We telefoneren nog naar Cayenne om onze reservatie met 1 dag op te schuiven en dat is O.K.
Er komt later nog een koppel aan en 's avonds eten we (je kan het wel raden) carry met kip.




DAG 8 (zaterdag 13 sept 2007): Ilet à Bourses (890 m) - Grand'Place les Bas(530 m)


Om halfzeven staan we op en na het ontbijt gaan we op weg voor een gemakkelijke etappe naar Grand'Place les Bas, ook wel Cayenne genoemd. Het is een korte wandeling met weinig hoogteverschil. Slechts één keer moeten we een ravijn afdalen en weer omhoogklimmen. We komen voorbij Grand'Place les Hauts waar er iemand ergens in de verte zijn muziekinstallatie zo luid heeft gezet dat het hele dal kan meegenieten.
Om halfelf komen we in Cayenne aan. We mogen direkt onze kamer in en tegen de middag hebben we al een dutje gedaan. Zalig...

De gîte van Cayenne ligt aan de rand van een ravijn met in de diepte de Rivière des Galets. Er is een groot terras met ligstoelen en zo blijven we de ganse middag wat zonnen en bespreken wat we de volgende dagen zullen doen. We kunnen naar Roche Plate of terug naar de kust. De weg naar Roche Plate is zeer lastig met een akelige beklimming nabij Mafate. Van de gardien van de gîte krijgen we informatie over het weer in het binnenland en dat ziet er niet goed uit. Verder in de richting van de Piton des Neiges is het al regen wat de klok slaat. Daarbij is er weinig hoop dat het vlug beter wordt. Daarentegen is het aan de kust rond Saint Pierre en Saint Gilles lekker zonnig.
Na rijp beraad besluiten we om ons reisschema te veranderen: van Cayenne zullen we naar de kust wandelen en dan via Saint Gilles en Saint Pierre opnieuw het binnenland intrekken. Vanaf Bourg Murat kunnen we dan de draad opnieuw opnemen.
Cayenne is van de kust in één dag gemakkelijk te bereiken en zo komt het dat er in de namiddag nog heel wat wandelaars aankomen. Voor het eerst sinds ons vertrek zitten we 's avonds met een groep van zo'n 20 personen.




DAG 9 (zondag 14 sept 2007): Grand'Place les Bas


Vandaag is het zondag en het weer is schitterend.
We dalen in de voormiddag af tot aan de Rivière des Galets en wandelen wat in de droge rivierbedding.
Daarna klimmen we weer naar boven om wat te eten en voor ons middagdutje.
's Namiddags lopen we wat rond in Cayenne, dat eigenlijk bestaat uit één straat met daarnaast wat maïsvelden, bananenbomen en enorme bamboestruiken. We volgen de straat tot aan de rand van het bos. Het is verboden dit pad verder te volgen want de weg is zeer gevaarlijk doordat hele stukken ingestort zijn.
We lopen dan maar terug en gaan naar de enige bar van Cayenne, waar we enkele dodo's en wat chocolade kopen.

We zien één keer van dichtbij een olijfgroene brilvogel (Zosterops Olivaceus), die ze in het creools 'Z'oiseau vert' noemen. Het vogeltje is bijna zo groot als een vink, olijfgroen en heeft opvallend witte kringen rond de ogen. Het is een endemische soort (die dus enkel op La Réunion voorkomt). De z'oiseau vert is bijgevolg beschermd, maar toch zien we later in een dierenwinkel in Saint Pierre enkele exemplaren te koop aan 42 EUR/stuk.




DAG 10 (maandag 15 sept 2007): Grand'Place les Bas (890 m) - Saint Gilles (zeeniveau)


Deze nacht heel goed geslapen en op om 6.40 uur. Na een ontbijt met brood, jam en koffie volgt de afdaling naar de Rivière des Galets. Deze weg hebben we gisteren zonder rugzak al afgelegd. We weten dus wat er zal komen: een uurtje of zo geleidelijk afdalen. Dan volgen we de rivierbedding en komen zo aan bij Les Deux Bras. Hier zijn we woensdag op weg naar Aurère al geweest. Hierna moeten we herhaaldelijk de rivier oversteken. Die is niet diep maar een misstap kan voor natte voeten zorgen en dat wil je toch echt wel vermijden.
In de vallei is er totaal geen bescherming tegen de zon. We hebben dus geluk dat het de ganse dag redelijk mistig is.
Tegen de middag komen we in het dorpje Rivière des Galets. Daar hebben we een echte winkel waar we onze keuze maken uit verschillende gebakjes. We drinken er ook een dodo en gaan dan verder naar de kust.
Het is langs een drukke verkeersweg nog anderhalf uur stappen tot La Possession . In de toeristische dienst vernemen we dat er in La Possession geen enkel hotel is. Om ergens te logeren moeten we met de bus verder naar Saint Gilles.
Een halfuurtje later komen we in Saint Gilles, de bekendste kustplaats van La Réunion.
De toeristische dienst verwijst ons naar het centraal gelegen hotel Ancre Marine (48 EUR per nacht, ontbijt inbegrepen). We nemen eerst een douche en gaan dan het stadje verkennen. Er zijn heel wat restaurantjes. Wij doen ons tegoed aan een salade tropicale als voorgerecht met daarna nog een spaghetti bolognese. Het is eens wat anders dan carry poulet!




DAG 11 (dinsdag 16 sept 2007): Saint Gilles


Vannacht was er veel wind en het heeft ook nogal geregend. De dag begint winderig en bewolkt maar de temperatuur valt nogal mee.
's Nachts is het toch 18°C en als er een beetje zon is loopt de temparatuur overdag al gauw op tot 25 °C.
Op het strand van Saint Gilles liggen er overal stukken koraal, die door de indrukwekkende golven losgeslagen zijn van de riffen voor de kust. Na ons middagdutje gaan we gewoon het stadje bekijken en we slenteren wat door het haventje.
Normaal zouden we vanavond in de gîte Caverne Dufour overnachten en morgen naar de Piton des Neiges klimmen. Gelukkig hebben we ons schema aangepast want in de plaatselijke krant lezen we dat het in het binnenland rond Cilaos zeer regenachtig is, terwijl we hier aan de kust na de middag van zonnig weer genieten.
En 's avonds gaan we weer lekker eten...










DAG 12 (woensdag 17 sept 2007): Saint Gilles - Saint Pierre

Na een goede nacht slapen begint de dag zeer zonnig. Volgens het weerbericht in Le Quotidien zal het vandaag in het binnenland opnieuw regenen en ook in het zuiden van La Réunion ziet het er niet goed uit. Toch moeten we die kant op want we willen de tocht naar de vulkaan echt niet missen.
Rond 11 uur vertrekken we met de bus naar Saint Pierre. Dat is bijna 2 uur rijden via een bochtige weg door het binnenland. Saint Pierre is iets groter dan Saint Gilles en er is een redelijk grote haven voor plezierboten en er zijn ook enkele winkelstraten.
Eerst gaan we wat eten en dan zoeken we een hotelletje. In Le Nathania, dicht bij de haven, nemen we een kamer met ligbad voor 35 EUR. 's Middags kuieren we wat door Saint Pierre. Van aan de kust zien we in de verte de Piton des Neiges en het lijkt daar in het binnenland wel erg bewolkt.
's Avonds is het wat zoeken om een restaurant te vinden. Uiteindelijk eten we een salade in een Pizza Hut.




DAG 13 (donderdag 18 sept 2007): Saint Pierre - Bourg Murat (1560 m)

Vandaag gaan we met de bus opnieuw het binnenland in. De weg loopt van Saint Pierre naar Saint Benoit, dwars door het eiland tussen de Piton des Neiges en de Piton de la Fournaise. Dit gebied wordt Plaine des Palmistes genoemd em er is hier veel landbouw en veeteelt.
We stoppen in het dorpje Bourg Murat en logeren in het Hotel du Volcan. Ook kan je hier het Musee du Vulcan bezoeken. Jammer genoeg hebben op hetzelfde moment enkele schoolbussen hun lading tieners afgezet. Het is er dus zeer druk, maar we leren er wel veel over vulkanen in het algemeen en over de Piton de la Fournaise in het bijzonder.
In de namiddag is het redelijk zonnig maar 's avonds wordt het kouder en mistig. Dat belooft niet veel goeds voor morgen!





DAG 14 (vrijdag 19 sept 2007): Bourg Murat (1560 m) - gîte du Volcan (2230 m)

De dag begint toch nog goed! Als we opstaan is de zon van de partij, niet uitbundig, maar ze is er.
We ontbijten in het hotel en gaan dan op weg. Volgens onze wegbeschrijving moet we vandaag 1000 m klimmen en 250 m dalen en zal de tocht 5u15 duren. Aan ons gewoon tempo moeten we dus zeker op minstens 8 uur rekenen!
Eerst gaan we met de bus tot waar de GR R2 de grote weg kruist. De weg loopt langs een legerkamp waar er duidelijk schietoefeningen aan de gang zijn. Na een goed uur moeten we bij een boerderij de weiden in.
Het pad is hier zeer modderig en het begint ook te regenen. Het is echt ploeteren en tientallen keren moeten we over de prikkeldraad via laddertjes.
De regen blijft aanhouden en er komt nog een snijdende wind bij, die de fijne regendruppels in ons gezicht blaast. Het is wel een troost dat landschap heel mooi is, met op enkele plaatsen heel veel aronskelken in bloei.

Na ongeveer drie uur bereiken we de Piton Textor (2150 m) waar we op de koude, natte picnicplaats wat warmte zoeken. Onder een afdak is er een barbeque en ik probeer wat vuur te maken. Maar er ligt allen nat hout en na enkele pogingen geef ik het op. De wind blaast de regen langs alle kanten onder het afdak en wij zijn gewoon verkleumd. We eten er enkele legerbiscuits en een energiebar en gaan dan weer verder. We moeten toch zien dat we voor het donker de gîte bereiken.
Verderop is de GR R2 wat minder modderig. We kruisen verschillende malen de weg van Bourg Murat naar de Gîte du Volcan en soms passeert er een auto. We zouden dus eventueel autostop kunnen proberen, maar we besluiten te voet verder te gaan.
Via Bois Ozoux bereiken we uiteindelijk l'Oratoire Sainte-Thérèse (2410 m). Hier heb je volgens de reisgids een panoramisch uitzicht op de vulkaan, de rivière de l'Est en de Plaine des Sables maar door de regen en de mist is het zicht beperkt tot maximaal 20 meter!
Toch blijven we er even rusten om dan de laatste etappe van vandaag aan te vatten.
Eerst is er een daling in zigzag langs de rand van de ravijn. Ik ben blij dat het zicht beperkt is want dit lijkt me niet iets voor mensen met hoogtevrees. Daarna komen we op open terrein in de Plaine des Sables. Op dit punt moeten we de GR R2 verlaten en de aangeduide weg naar de gîte du Volcan inslaan. Het is nog een goed halfuur stappen. We lopen uiteindelijk nog een eindje verkeerd maar toch komen we om 5 uur aan bij de gîte.


We drinken er eerst een dodo en vragen de patron hoe de weersvooruitzichten zijn. Hij vertelt ons dat het de voorbije week zeer slecht geweest is, met iedere dag regen en mist, maar dat het stilaan minder erg wordt. Als deze trend zich doorzet kan het morgen misschien nog wel meevallen.
Hoewel er ons bij de reservatie gezegd was dat er hier enkel slaapzalen zijn, vraag ik toch of we een tweepersoonskamer kunnen krijgen. Dat blijkt niet mogelijk, maar wel kunnen we mits een opleg de zogenaamde bungalow huren. Dit is eigenlijk een kleine keet in golfplaten, maar wel met een tweepersoonsbed en een badkamertje met douche en toilet. De wanden zijn behangen met bordeauxrood fluweel en het plafond heeft een bekleding met namaak luipaardvel. Zelfs de WC-bril heeft een luipaardvel-motief. Een echt liefdesnestje en dat voor maar 50 EUR per nacht, ontbijt inbegrepen. We grijpen deze buitenkans natuurlijk aan!




DAG 15 (zaterdag 20 sept 2007): Gîte du Volcan (2230 m) - Piton de la Fournaise (2631 m)

Vandaag moet het hoogtepunt van deze reis worden met de tocht naar de top van de Vulkaan.
Omdat het zicht bovenop de Piton 's morgens het beste is zetten we de wekker om halfzes. Maar wat een teleurstelling! Het is zeer bewolkt en het regent zachtjes. We weten al uit ondervinding dat er dan niets te zien is en besluiten dus om verder te slapen. Misschien wordt het later op de dag beter.
We slapen nog enkele uurtjes en bij het ontbijt ontmoeten we het Zwitsers koppel waar we in Plaine des Chicots al mee samen waren. Zij hebben de tocht door het binnenland gemaakt via de Piton des Neiges en Cilaos. En ze hebben constant slecht weer gehad. Gisteren is hun tocht naar de vulkaantop ook een mistige bedoening geweest. En vanmorgen moeten ze absoluut verder trekken.
Wat zijn wij blij dat we in Cayenne beslist hebben om naar de kust af te dalen!



Om 8 uur is het nog een beetje aan het regenen, maar bij de Pas de Bellecombe (2311 m) is er alleen nog wat mist. Om bij de vulkaan te komen moet je hier 100 m afdalen naar de Enclos Fouqé.
Tijdens de afdaling kan je tussen de mistbanken het landschap rond de vulkaan zien. Dicht bij de Rempart de Bellecombe is er een kleine vulkaantop, de Leo Formica. Deze kleine vulkaan is ontstaan in 1873.
Dichter bij de Piton de la Fournaise is het ongeveer zoals wij ons een maanlandschap voorstellen. Eerst heb je nog wat kleine struiken maar algauw is er alleen nog lava in verschillende vormen. We zien heel mooie stroken touwlava (pahoehoe genoemd) maar ook kraters en grotten, zoals de Chapelle de Rosemont. Deze ligt halverwege en vanaf hier wordt het klimmen naar de top.
De mistslierten en het vage licht geven het landschap een mysterieuze toets. Het is echt indrukwekkend!
Algauw komen we trekkers tegen die al om 6 uur van de gîte vertrokken zijn en nu al van de top terugkomen. En het blijkt dat de vroege vogels deze keer ongelijk hadden. Ze hebben tijdens de weg naar de vulkaan weinig gezien door de dikke mist.




























De zon breekt nu geregeld door de mist en het wordt zeer snel warm. We komen uiteindelijk aan bij de top van de vulkaan (2631 m) waar je binnenin de Bory krater kan kijken. Er is verderop nog een tweede krater (de Dolomieu) maar het is tijdelijk verboden om daarnaartoe te gaan wegens te gevaarlijk. Bij de laatste uitbarsting op 22 en 23 augustus is een deel van de wand ingestort en hierbij is een jonge fotograaf omgekomen.
Hierboven heb je een mooi panoramisch zicht op de vlakte aan de voet van de vulkaan en op de Remparts de Bellecombe, die als een 100 m hoge muur de lavavlakte begrenst. We blijven even genieten en dan gaat het dezelfde weg terug.
's Middags blijft het weer goed en genieten we van enkele dodo's op het terrasje bij de gîte.
We hebben nu echt wel veel geluk met het weer. Zelfs de mist vanmorgen in de vlakte bij de vulkaan was er op het juiste moment. Bij onze terugkeer in de volle zon was de sfeer daar heel anders dan 's morgens. Het was nog altijd zeer indrukwekkend maar het mysterieuze, het sprookjesachtige was verdwenen.
Deze dag is zonder twijfel het hoogtepunt van deze reis.





DAG 16 (zondag 21 sept 2007): gîte du Volcan (2230 m) - Basse Vallée (610 m)


Voor we vertrekken informeren we nog bij de patron of de weg naar Basse Vallée wel te doen is. In onze routebeschrijving staat dat het er soms nogal modderig kan zijn. En er is de laatste week zoveel regen gevallen dat het misschien bijna onmogelijk is om erdoor te komen. Maar na een telefoontje naar de gîte in Basse Vallée worden we gerustgesteld. Beneden is de toestand redelijk. Het is licht bewolkt en het regent niet.
We kunnen altijd proberen om met een van de vele auto's mee te gaan, maar we besluiten door te zetten en vatten met goeie moed de afdaling aan. Het is volgens het boekje 7u30 stappen met in totaal 1780 m dalen en 140 m stijgen. Het zal dus weer een vermoeiende en lange dag worden.
Eerst lopen we langs de rand van de Enclos Fouqué en zien nu en dan de vulkaan rechts van ons tussen de mistslierten. Na een goed uur is er de splitsing bij Foc-Foc (1480 m). Hier kan je normaal afslaan naar Le Tremblet, maar deze weg is tijdelijk verboden wegens te gevaarlijk. De weg naar Basse Vallée loopt tussen lage struiken met aan de horizon de Piton Lardé. We dalen verder en komen in bossen met vooral tamarindebomen en nemen een eerste rustpauze. In deze bossen zien we nu verschillende olijfgroene Z'oiseaux vert, maar ook een kardinaalrood vogeltje, dat wij dan maar Z'oiseau rouge dopen. Dit is de Foudia madagascariensis, een uit Madagascar ingevoerde vogel, die nu de plaats inneemt van de uitgestorven foudi van Réunion.




En zo bereiken we de Vallée Heureuse en het wordt hier wel erg nat en modderig. Volgens het boekje duurt dit zo 4 uur. Wij voorzien dus dat deze ploeterpartij in de modder wel 6 tot 7 uur kan aanslepen. We glijden geregeld uit. Ik sla ook eens mijn voet om en bezeer mijn Achillespees. Dat maakt de afdaling nog een beetje moeilijker.
Uiteindelijk bereiken we de splitsing van de GR R2 en het sentier Jacques Payet. Hier hebben we een mooi uitzicht op de Vallée Heureuse, die juist overkoepeld wordt door een formidabele regenboog.
Tot slot komt er nog een steile daling langs de wand van de vallei. Dit pad wordt blijkbaar weinig gebruikt want het is hier en daar overwoekerd met bramen en andere stekelige planten. Wanneer we eindelijk de bodem van de ravijn van Basse Vallée bereiken, moeten we zoals altijd aan de andere kant weer omhoog. Er is ook nog een 10 meter hoge rotswand die je alleen via een brede houten ladder kan beklimmen maar dan wordt de weg vlakker en minder modderig en zo bereiken we de gîte rond 17 uur.






DAG 17 (maandag 22 sept 2007): Basse Vallée (610 m) - Saint Benoit (zeeniveau)

Onze tocht zit er bijna op! Na het ontbijt volgen we de kortste weg naar zee en komen na 2 uur stappen in Basse Vallée aan. We zoeken een terrasje op en drinken een dodo. Als we uiteindelijk 's middags op de bus stappen en richting Saint-Benoit rijden is dit het einde van de trekking door La Réunion.
We blijven nog enkele dagen rondhangen in Saint Benoit, waar we de vanille-cooperatieve in Bas-Panon gaan bezoeken.
In de monding van de rivière de l'Est zien we ook de vangst van bichiques, een soort zeer kleine visjes, die bij vloed met fuiken worden gevangen.

Terug in Saint-Denis is de cirkel rond. We kunnen met een Boeing 737 van Air-France weer naar huis.